Nederlandse Hangoor Dwerg
Beschrijving Nederlandse Hangoor
Dwerg volgens de nieuwe standaard (1 april 2007)
Land van oorsprong is Nederland,
erkend in Nederland sinds 1964
1. Gewicht
Het gewicht zit tussen de 1250g
en 1700g. Hierbij is het ideale gewicht 1500g.
2. Type, bouw en stelling
Het type is geblokt. De bouw is
stevig, gedrongen en massief. Breed in de schouders en achterhand. De borst is
diep. De nek is kort en krachtig. De ruglijn loopt vanuit de nek iets omhoog
naar de achterhand. De afronding van de brede achterhand verloopt in een korte
ronding. Deze afronding mag beslist geen scherpe hoek vormen. De benen zijn
dik, kort en gespierd. Het ras heeft een lage stelling. Een juiste stelling
toont de aanwezige rasadel.
3. Pels en pelsconditie
De pels is van normale lengte,
dicht ingeplant, rijk aan onderhaar, zacht en glanzend.
4. Kopvorm en kronen
De kop is sterk ontwikkeld, met
breed voorhoofd, breed tussen de ogen, sterk ontwikkelde wangen en brede snuit
en kaken. Het neusbeen is sterk gebogen. Bij de ram is een kinknobbel (knoop)
toegestaan. Hieronder wordt verstaan een aanhangsel onder de kin niet aan de
keel, zo klein mogelijk en goed gevromd.
5. Oren structuur, dracht
en lengte
De oren zijn dik, breed, stevig
van structuur en aan de top lepelvormig afgerond. De oren hangen met de
schaalopening naar de kopzijde gekeerd en vanuit de zijkant gezien, loodrecht
naar beneden. Van voren gezien worden ze iets gebogen gedragen. Vouwen en
plooien in de oren zijn foutief. De lengte van de oren, gemeten van punt tot
punt, met inbegrip van de schedelbreedte , is 21 - 26 cm. Door de ombuiging
van de oren aan de basis ontstaan op de kop twee zichtbare verhogingen, kronen
genoemd. Hoe zwaarder en steviger de oorstructuur, hoe beter deze kronen
uitkomen.
6. Kleur/manteltekening
De Nederlandse Hangoor Dwerg is
erkend in de kleuren Konijngrijs, IJzergrauw, Blauwgrijs, Blauwgrauw, Zwart,
Blauw, Chinchilla, Madagascar en Isabella. Verder zijn bovenstaande kleuren
erkend in bont. Eveneens zijn erkend Sallander, Donker Sepia Marter, Midden
Sepia Marter, Midden Blauw Marter, Midden Geel Marter, Wit met rode oogkleur
en Wit met lichtblauwe oogkleur. Vanaf 1 maart 2008 is de Rustekening in de kleur
Zwart definitief erkend.
Bont
Bij Bont is sprake van mantel-
en koptekening. Bij de manteltekening zijn de rug en de zijden zoveel mogelijk
gekleurd. In de nek is iets witte aftekening aanwezig, welke niet verder mag
reiken dan de schouderbladen. De kop is overwegend gekleurd. De snuit is
geheel gekleurd. Op het voorhoofd zit een witte vlek (kol). Tussen snuit en
wangen zit iets witte aftekening, welke doorloopt naar de onderzijde van de
kop. De borst is bij voorkeur wit gekleurd. De voorzijde van de voorbenen is
eveneens wit. De achterbenen, buik en onderzijde staart zijn overwegend of
geheel wit gekleurd. De bovenzijde van de staart is gekleurd. De bonttekening
dient zoveel mogelijk symmetrisch te zijn. De nagels zijn bij bont kleurloos.
7. Lichaamsconditie en
verzorging
Het spreekt vanzelf dat op een
tentoonstelling of keuring het konijn in de beste conditie aanwezig moet zijn.
Het lichaam is goed bevleesd en gespierd en voelt hard aan. Slappe, magere of
te vette dieren zijn ongewenst. De nagels zijn regelmatig en evenwijdig
met het loopvlak geknipt, zonder het "leven" te raken, ook de
duimnagels. Het gehele dier, met name de pels, de voetzolen, de nagels, de
binnenzijde van de oren, de geslachtsdelen en rondom de anus moet schoon zijn.
De pels is vrij van klitten. Het oog is helder en tintelt van levenslust. Een
dier dat aan een keuring mee doet, dient goed getraind te zijn, zodat de
aanwezige rasadel door een goede stelling wordt getoond.
Lichte Fouten
Geringe afwijking in
type.Geringe afwijking in bouw. Iets diepliggende ogen. Iets broekvorming.
Iets lange pels. Iets weinig onderhaar. Iets minder sterk gebogen neusbeen.
Iets minder sterk ontwikkelde kop. Oren die niet loodrecht hangen of waarvan
de schaalopening niet volledig naar de kop is gekeerd. Iets strakke oordracht.
Geringe vouwen of plooien in de oren. Iets platte oorschelpen. Iets dun
oorweefsel. Geringe kartelingen in de oorranden. Iets beschadigde oren. Iets
weinig ontwikkelde kronen.
Bont; Weinig
symmetrie in tekening. Iets wit op snuit. Enkele witte vlekjes, die minder dan
2 cm verwijderd zijn van de oorbasis, op de oren. Gekleurde vlek op de borst.
Kop iets donker of iets licht gekleurd. Enkele afwijkend gekleurde haren in de
gekleurde velden. Iets witte kleur op achterhand onder opgeslagen staart.
Kleur van mantel doorlopend in nek. Tamelijk veel kleur aan buik. Gekleurde
nagels achterbenen.
Zware Fouten
Grote afwijking in type.
Grote afwijking in bouw. Te veel broekvorming. Te diepliggende ogen. Te lange
pels. Te weinig onderhaar. Smalle kop. Kinknobbel bij de ram foutief
geplaatst. Misvormde oren. Zwaar beschadigde oren. Horizontaal of bijna
horizontaal dragen van de oren. Oren met de schaalopening naar voren gericht.
Ontbreken van kronen.
Bont; Grote
afwijking van het gewenste tekeningbeeld, bijvoorbeeld geheel of vrijwel
geheel witte kop of snuit. Vlek of witte velden, die verder dan 2 cm van de
oorbasis verwijderd zijn, op de oren. Te donker gekleurde kop. Te veel
afwijkend gekleurde haren in gekleurde velden. Meer dan één gekleurde vlek
op borst. Te veel wit in mantel. Elleboogvlek welke in frontaanzicht verder
doorloopt dan de helft van de beendikte. Gekleurde nagel(s) voorbenen.


|
